De leerlingen van de derde graad van het Stedelijk Lyceum Pestalozzi werden goed voorbereid op de verkiezingen van 25 mei.  Geschiedenisleerkracht Hilde Loos nam het initiatief om een verkiezingsdebat te organiseren op de school.  Tijdens de maanden die voorafgingen aan het debat, kregen de leerlingen tijdens de les geschiedenis enkele opdrachten die het verkiezingsdebat mee vorm moesten geven.

Op 22 april 2014 konden de leerlingen van de derde graad van het Stedelijk Lyceum Pestalozzi deelnemen aan een verkiezingsdebat op school.  Het debat werd vooraf en nadien geïntegreerd in de lessen geschiedenis, waarbij de leerlingen werden ingeschakeld om het debat mee vorm te geven.

Tijdens een eerste les moesten de leerlingen drie “actua” verzamelen over thema’s naar keuze.  Actua zijn artikels uit de geschreven pers, bijdragen van de radio of nieuwsuitzendingen op televisie.  Deze actua werden besproken tijdens de les. 

Tijdens een volgende les verzamelden de jongeren weer actua, maar dan specifiek over verkiezingsthema’s. Ze maakten er een schriftelijke bespreking over en dienden ze in bij de geschiedenisleerkracht, die de besprekingen nalas en beoordeelde.

Nadien werkten de leerlingen in groepen rond een specifiek verkiezingsthema: mobiliteit, economie, sociale zekerheid of tewerkstelling.  Alle info uit de actuamappen werd gegroepeerd en elk groepje werkte voor hun thema enkele vragen uit die ze aan de politici wilden stellen.  Deze vragen werden op voorhand bezorgd aan Lex Molenaar, opinieschrijver bij de Gazet van Antwerpen en moderator van het debat.  De leerlingen brachten ook al een eerste keer een fictieve stem uit voor een partij waarop ze zouden willen stemmen. SpA (34%)  was de partij die tijdens deze voorronde het meeste aantal stemmen behaalde.

Op 22 april vond het verkiezingsdebat plaats in de school.  Willem Frederik Schiltz (Open VLD), Peter Raets (SpA), Kristof Calvo (Groen), Annick De Ridder (NVA), Tom van Grieken (Vlaams Belang), Jo d’Haese (PvdA), Edwin De Cleyn (CD&V) namen deel aan het debat.  Meteen na het debat konden de leerlingen weer een fictieve stem uitbrengen.

Tijdens de geschiedenisles na het debat volgde er een bespreking met de leerlingen. Wat vonden ze van de verschillende partijstandpunten?  Is hun stem gewijzigd na het debat? Waarom?

Na afloop van het debat lichtte de geschiedenisleerkracht toe: “Ik hechtte zoveel belang en lestijd aan de verkiezingen omdat, volgens het leerplan geschiedenis, de leerlingen zelfstandig informatie moeten kunnen opzoeken en verwerken.  Bovendien zijn de verkiezingen een duidelijke toepassing van het begrip volkssoevereiniteit. Daarnaast leren de leerlingen hierdoor dat feiten aan elkaar gelinkt zijn, zelfs als dit op het eerste gezicht niet zo lijkt.  Zij leren de historische kritiek toepassen en zoeken naar het bredere kader.”.